Auriculo Therapie
Auriculo therapie is een Westerse manier van ooracupunctuur en bestaat uit het plaatsen van acupunctuurnaaldjes, druknaaldjes of zaadjes op en in het oor.
De behandeling
In de oorschelp bevinden zich talloze acupunctuurpunten. De acupuncturist plaatst, natuurlijk afhankelijk van de klacht waarvoor u komt, acupunctuurnaaldjes, druknaaldjes of zaadjes in het oor. U kunt gewoon douchen en zwemmen zonder dat de naaldjes of zaadjes eruit gaan
De achtergrond van de auriculotherapie
Wanneer we het over acupunctuur hebben, denken we meteen aan de millennia oude Chinese geneeswijze met naalden. De ooracupunctuur is niet Chinees en nog maar net een halve eeuw oud.
De auriculotherapie is ontwikkeld door dokter Paul Nogier, een huisarts in de omgeving van Lyon. Op zijn spreekuur was het hem opgevallen dat sommige patiënten een littekentje in hun oorschelp hadden. Toen hij hier naar vroeg, vertelde men dat daar hun ischias door was genezen. Dit komt neer op een beklemde zenuw, de heupzenuw. In medisch Latijn heet deze de nervus ischidiacus. Het is de dikste zenuw in ons lichaam, ongeveer ter dikte van een potlood. In de mangel tussen twee ruggenwervels kan deze zenuw behoorlijk opspelen.
Iemand in de buurt maakte een spijker roodgloeiend en prikte ermee op die plek. De pijn verdween dan als sneeuw voor de zon. Een vrij barbaarse manier van doen, maar als je erge pijn hebt, vind je elke behandeling best. Dokter Nogier nam de proef op de som. Eerst gebruikte hij ook een gloeiende spijker, die hij in een houten handvaatje klemde. Daarna probeerde hij het met gewone naainaalden en toen met de wat beter te hanteren acupunctuurnaalden. Het verhitten was niet nodig; een prik met een naald bleek even goed te helpen.
Volstrekt nieuw was het dus niet, maar Nogier was wel de eerste die er dieper over na ging denken. Nogier was intussen achter het bestaan van acupunctuur gekomen en zocht het in die richting. Alleen was de vraag: zitten er nog meer van die punten op het oor en hoe vind je ze dan? Dat vinden bleek wel mee te vallen. Als iemand ischias had en hij duwde met de punt van een zacht potlood op de bekende plek, dan deed dat zeer. Een potlood als medisch instrument vond hij net als indertijd de spijker aan een houtje wel wat primitief, dus vond hij een tastertje uit. Een metalen stiftje met een veertje, opgesloten in een houdertje. Had een patiënt ergens last van dan tastte hij de hele oorschelp af totdat er ‘au’ gezegd werd. Het zoeken was op die manier tijdrovend en hij vond al snel een kortere methode.
Het was meer intuïtie dan beredenering. Iedereen had het kunnen zien, maar niemand stond er ooit bij stil. Als u een oorschelp goed bekijkt, lijkt hij precies op een foetus. Probeert u het zelf eens zo te zien. Een vrucht in de moederschoot drijft daar ondersteboven in. Het oorlelletje is het hoofdje, de rand in het oor het ruggetje, de kronkelige lijnen binnen het oor het opgekrulde lijfje. Als u met uw vingers langs uw oor gaat, zit er halverwege een stevige richel. Deze richel staat in verbinding met de ruggengraat.
Inderdaad zat het littekentje dat vroeger zijn nieuwsgierigheid had opgewekt precies op de plek waar je de overgang van de lendenwervels naar het heiligbeen zou zoeken. Toen Nogier dat had vastgesteld, was het meteen een stuk gemakkelijker de juiste punten op te zoeken. Je wist altijd ongeveer, waar je met je taster aan de slag moest. Stukje bij beetje werd een hele ‘landkaart’ van het oor ontworpen. Niet alleen de wervelkolom is te vinden op het oor. Ook de organen, als long en nieren en weefsels, als bloedvaten, zenuwen en dergelijke zijn op het oor terug te vinden.
Inmiddels zijn er meer geavanceerde puntzoekers ontwikkeld, die de weerstand van de punten op het oor kunnen meten en signaleren.
Paul Nogier had vooral veel succes bij moeilijke kwalen als migraine, zenuwpijnen, allergieën en verslavingen. Vooral bij migraine was zijn methode overduidelijk een schot in de roos. Wie last van migraine heeft, weet maar al te goed, hoe ellendig deze kwaal kan zijn. De pijn is overweldigend, misselijk makend, alle activiteit verlammend. Je kunt licht noch geluid verdragen.
De ooracupunctuur begon zijn opmars in Duitsland. Men sprak daar trouwens liever van auriculo therapie (auricula is oor in het Latijn).
Ook in de Volksrepubliek China maakte men zich meester van deze geneesmethode. Al was ze dan niet in China ontdekt, ze was er toch een dochter van. In menig Chinees ziekenhuis wordt bij operaties een verdoving toegepast door middel van ooracupunctuur. Het grote voordeel is dat de patiënt bij kennis blijft. Hij wordt met een kater wakker en ondervindt geen nadelige gevolgen van een langdurige verdoving. Omdat de anesthesie vrij lang blijft werken, is er na een operatie ook opvallend weinig napijn. Niet iedereen is toegankelijk voor deze wijze van verdoven. Ook in ziekenhuizen in Europa wordt de techniek door anaesthesisten toegepast.